De zaak in het kort
De zaak draait om de vraag of een Vereniging van Eigenaren (VvE) binnen een appartementencomplex belastingplichtig is voor de energiebelasting (EB) en opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) met betrekking tot zonnestroom die wordt opgewekt en verbruikt binnen dat complex. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde dat de VvE niet belastingplichtig is voor de zonnestroom omdat zij op geen enkel moment de beschikkingsmacht over deze stroom heeft verkregen. Dit betekent dat er geen sprake is van een levering in de zin van de relevante belastingwetgeving.
Het verloop van het proces en de feiten
Het geschil begon toen de inspecteur van de Belastingdienst een naheffingsaanslag oplegde aan de VvE over de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020. De aanslag betrof EB en ODE voor een bedrag van totaal € 117.425, met daarbovenop een boete van € 58.712. De inspecteur stelde dat de VvE verantwoordelijk was voor zowel het transport als de levering van elektriciteit, inclusief zonnestroom, via een experimentnet binnen het complex. De VvE was van mening dat het niet de beschikkingsmacht had over de zonnestroom, omdat deze werd opgewekt en verbruikt door de appartementseigenaren, die gezamenlijk eigenaar waren van zowel de zonnestroominstallatie als het experimentnet.
De VvE ging in bezwaar tegen de naheffingsaanslag, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar ongegrond. Vervolgens stelde de VvE beroep in bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die de boetebeschikking vernietigde maar de naheffingsaanslag in stand hield. Hierop ging de VvE in hoger beroep bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Tijdens het hoger beroep voerde de VvE aan dat zij nooit de macht had om als eigenaar over de zonnestroom te beschikken. De zonnestroominstallatie is in mandelig eigendom van de appartementseigenaren en de opgewekte zonnestroom wordt direct door hen verbruikt. Bovendien wees de VvE erop dat de elektriciteitsmeters op elk moment konden aantonen welke hoeveelheid elektriciteit afkomstig was van de zonnepanelen.
De beslissing van de rechtbank
Het Gerechtshof stelde vast dat de VvE inderdaad geen beschikkingsmacht heeft gehad over de zonnestroom. De elektriciteit wordt opgewekt door installaties die mandelig eigendom zijn van de appartementseigenaren, en de VvE fungeert slechts als beheerder van het experimentnet. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een levering door de VvE aan de appartementseigenaren, zoals bedoeld in artikel 50, lid 1, van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). Hierdoor was er geen belastingplicht voor de EB en ODE met betrekking tot de zonnestroom.
Daarnaast werd geoordeeld dat er geen sprake was van belast eigen verbruik van de VvE voor de zonnestroom die werd gebruikt in gemeenschappelijke ruimten, omdat ook deze ruimten in gezamenlijk eigendom van de appartementseigenaren waren. Bovendien zou, zelfs als de gemeenschappelijke ruimten eigendom van de VvE zouden zijn, er geen belastbaar feit zijn volgens artikel 50, lid 3, aanhef en letter d, Wbm, omdat de VvE niet de producent van de elektriciteit is.
Het hof vernietigde de naheffingsaanslag en de belastingrentebeschikking en verklaarde het hoger beroep gegrond. Ook werd bepaald dat de Belastingdienst het door de VvE betaalde griffierecht van € 548 moest vergoeden. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, behalve voor zover die zag op de boetebeschikking en het griffierecht.
In de uitspraak werd ook ingegaan op de vergoeding van proceskosten en het griffierecht. De VvE’s verzoek om vergoeding van de kosten van bezwaar werd afgewezen omdat er niet tijdig om was verzocht. Het hof zag geen reden om de werkelijke proceskosten te vergoeden, omdat er geen sprake was van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Kortom, de VvE kreeg alleen het betaalde griffierecht terug, maar geen vergoeding voor andere gemaakte kosten.
De uitspraak benadrukt het belang van eigendomsverhoudingen en beschikkingsmacht in de context van belastingheffing op energie, en verduidelijkt hoe experimentnetten juridisch worden behandeld onder de huidige belastingwetgeving. Dit kan als precedent dienen voor vergelijkbare situaties waarin de eigendom van energie-opwekkingsinstallaties en de bijbehorende beschikkingsmacht ter discussie staan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.



